Go to Top

Verplichte herbeoordeling van de aanbesteding bouw parkeergarage Amsterdam

Uit de volgende kort geding uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 april 2014 volgt dat de gemeente Amsterdam de bouw van een parkeergarage niet aan Smit’s Bouwbedrijf mag gunnen en volgt een verplichte herbeoordeling van de aanbesteding. Hierna volgen de belangrijkste overwegingen uit de beoordeling in uitspraak.

Beheersmaatschappij Hegeman Nijverdal B.V., hierna te noemen: “Hegeman”, is de eisende partij, en de gemeente Amsterdam, stadsdeel West, is de gedaagde partij.

4.1.De in dit geding te beantwoorden vraag komt er in de kern op neer of de Gemeente Amsterdam zich jegens Hegeman mag beroepen op de toetsingsnorm voor maximale hellingpercentages zoals deze norm door de Gemeente Amsterdam is afgeleid uit de grafiek en de tekst van NEN-norm 2443:2013.

4.2.Bij de beantwoording van deze vraag wordt vooropgesteld dat bij een aanbestedingsgeschil als het onderhavige als beginsel het transparantiebeginsel geldt. Dit beginsel brengt met zich dat alle voorwaarden die aan een inschrijving worden gesteld worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, zodat alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen (HvJ 29 april 2004, Succhi di Frutta). Nagegaan dient te worden of in dit geval de door de Gemeente Amsterdam gestelde voorwaarde om te voldoen aan de NEN-norm 2443 is voldaan.

4.3.In dat verband is allereerst van belang dat de grafiek waar het in dit geschil om draait is geplaatst op een linkerpagina van het document waarin de tekst van de NEN-norm 2443 is afgedrukt. Volgens het voorwoord (zie 2.7) dient de grafiek daarom als toelichting begrepen te worden. De daarbij gemaakte opmerking “Hierdoor wordt de gebruiker van de norm geholpen en wordt een uniforme uitleg en toepassing gegeven van de normtekst” maakt niet geheel duidelijk in hoeverre de toelichting mede bepalend is voor de inhoud van de norm. Wel is duidelijk dat bedoeld is met de grafiek de tekst van de norm zo te verduidelijken dat de norm niet tot interpretatiegeschillen zou leiden.

4.4.De normtekst is dus leidend. In de normtekst (zie 2.7) wordt eerst (paragraaf 5.4.1) een viertal factoren genoemd die van invloed zijn op het toe te passen hellingpercentage, waaronder de lengte van de helling, en daarna voor vier typen parkeervoorzieningen een maximaal hellingpercentage genoemd. Daarmee is echter niet duidelijk op welke wijze dat maximum door de lengte van de helling wordt beïnvloed.

4.5.Het verband tussen de lengte van de helling en het maximale hellingpercentage wordt wel getoond in de grafiek. De grafiek sluit echter niet logisch aan bij de tekst van de norm, aangezien daarin drie lijnen zijn getekend. Een van die drie lijnen wordt aangeduid als een weergave van het maximumpercentage geldend voor openbare parkeergarages. Het getekend weergegeven maximum is echter niet, zoals in de tekst vermeld, 14%, maar 15%. Daardoor kan de indruk ontstaan dat de betreffende lijn uitsluitend betrekking heeft op openbare parkeergarages met een d’Humy-helling, waarvoor een maximum van 15% geldt. In elk geval is op basis van de grafiek niet duidelijk hoe de lijn loopt voor openbare parkeergarages zonder een d’Humy-helling en dus ook niet welk maximum percentage er voor de hellingbanen in het ontwerp van Hegeman (met een lengte van 21,28 meter) geldt krachtens de NEN-norm 2443. De Gemeente Amsterdam had deze norm aan Hegeman moeten verduidelijken voordat zij de gelegenheid gaf om de inschrijving aan te passen waar deze nog niet aan de norm voldeed.

4.6.De conclusie op basis van het voorgaande is dat de voorwaarde van de NEN-norm 2443 ten aanzien van het maximale hellingpercentage, zoals die aan de inschrijving is gesteld, niet op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, is geformuleerd. De Gemeente Amsterdam had daarom de inschrijving van Hegeman niet op grond van het niet-voldoen aan dat criterium mogen uitsluiten. De vordering zal daarom worden toegewezen. Nu de Gemeente Amsterdam heeft toegezegd vrijwillig aan het vonnis te voldoen zal worden afgezien van het opleggen van een dwangsom.

4.7.De Gemeente Amsterdam zal worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Hegeman worden begroot op:

– griffierecht € 608,00

– kosten dagvaarding 77,52

– salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.501,52

De nakosten zullen op de navolgende wijze worden toegewezen.

5De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.verbiedt de Gemeente Amsterdam de opdracht voor het ontwerp en de realisatie van een parkeergarage tussen het voormalige GAK-gebouw en de Ringweg A10 te Amsterdam te gunnen aan Smit’s Bouwbedrijf B.V., en gebiedt de Gemeente Amsterdam om, voor zover zij deze opdracht nog wil gunnen, over te gaan tot een herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen;

5.2.veroordeelt de Gemeente Amsterdam in de proceskosten, aan de zijde van Hegeman tot op heden begroot op € 1.501,52, te vermeerderen met de nakosten begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 68,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, genoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf twee weken na het verschuldigd worden ervan tot aan de dag der algehele voldoening;

5.3.verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.4.wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.W. Rouwendal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2014.

 


 

Heeft u vagen over dit bericht of behoefte aan direct advies, neem dan kosteloos contact op met Advocatenkantoor Hoveijn. Advocatenkantoor Hoveijn is onder andere gespecialiseerd in vastgoedrecht, aanbestedingsrecht, huurrecht en ondernemingsrecht.