Go to Top

Marktwaarde van de auto niet relevant voor bepaling van de dagwaarde

Uit de volgende uitspraak van 17 april 2015 van de rechtbank Rotterdam blijkt dat schade aan een auto hooguit kan zijn de dagwaarde. Hierbij gaf de rechter aan dat de marktwaarde van de auto niet relevant voor bepaling van de dagwaarde is. Hierna volgen de belangrijkste overwegingen.

2.1. Het staat vast dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor de geleden schade en [eiseres] is in de gelegenheid gesteld haar schade te bewijzen.

Zij heeft in haar akte een aantal zaken aangevoerd:
a.Op basis van de website gaspedaal.nl meent zij dat de dagwaarde van de auto kan worden gesteld op € 1.450,–. Zij baseert zich daarbij op de dagwaarde van een vergelijkbare auto en zij stelt rekening te houden met het tijdsverloop, het feit dat de auto goed onderhouden was en een aantal waarde verhogende extra’s bevatte.
b.[eiseres] claimt € 110,– expertisekosten, nu zij geen geld had om de auto te laten repareren.
c.[eiseres] stelt dat de reparatiekosten van € 1.495,87 zijn gecalculeerd, maar niet zijn uitgevoerd, omdat [eiseres] daarvoor geen financiële middelen had. Wel heeft zij de auto weer berijdbaar gemaakt door het aanschaffen van een buitenspiegel ter waarde van € 22,99.

2.2. [gedaagde 1] en ASR verweren zich gemotiveerd tegen de schadeberekening van [eiseres].

Op deze verweren wordt hierna ingegaan.

2.3. De kantonrechter stelt voorop dat in deze zaak geen expertise heeft plaatsgevonden.
Het is daarom niet goed mogelijk de schade te bepalen. De door [eiseres] overgelegde calculatie betreft uitsluitend de kosten die voor het repareren van de auto moeten worden gemaakt, maar dat is niet hetzelfde als een expertise, waarin ook rekening kan worden gehouden met andere omstandigheden dan de reparatiekosten, zoals de dagwaarde van de auto.

2.4. Voorts blijkt dat de schadecalculatie inderdaad een kleine tien maanden na het ongeval is opgesteld, zodat zeker niet kan worden uitgesloten dat nog andere schade is ontstaan na de aanrijding op 2 februari 2012.

2.5. Door ASR en [gedaagde 1] is gesteld dat de tussenpersoon op 5 juli 2013 heeft voorgesteld om ten laste van de verzekeraar een expertise te laten verrichten. Dit is gebeurd nadat de gemachtigde van [eiseres] [gedaagde 1] en ASR aansprakelijk heeft gesteld.
Op dit voorstel is [eiseres] niet ingegaan, naar zij stelt omdat zij op dat moment al een expertise had laten verrichten. De door [eiseres] bedoelde expertise is echter geen expertise, zoals hierboven werd overwogen. Het standpunt van [eiseres] wordt verklaard door het feit dat zij eerst een gemachtigde moest inschakelen, voordat ASR bereid was een expertise te laten verrichten. Tot die tijd was alleen elke aansprakelijkheid afgewezen.

2.6. [gedaagde 1] en ASR stellen dat de dagwaarde van de auto € 400,– is geweest en de kantonrechter begrijpt dat zij dit bedrag hebben willen uitbetalen. [eiseres] beredeneert dat de dagwaarde € 1.450,– moet zijn. Zij baseert zich daarbij op de website gaspedaal.nl en zij zoekt daarop de marktwaarde van enkele enigszins vergelijkbare auto’s. [gedaagde 1] en ASR stellen dat de marktwaarde niet gelijk kan zijn aan de dagwaarde. Hier hebben [gedaagde 1] en ASR het gelijk aan hun zijde. Daarom kan niet de marktwaarde van een vergelijkbare auto gelden als aanknopingspunt voor het vaststellen van de dagwaarde van de auto. Het is [eiseres] die een vergoeding vordert. Zij zal dus moeten bewijzen wat de schade en dus wat de dagwaarde van de auto was op het moment van het ongeval. Door het overleggen van een website met de prijzen van auto’s voldoet zij niet aan de eisen die aan de bewijslevering moeten worden gesteld. Niet is komen vast te staan dat de dagwaarde van de auto € 1.450,– is geweest.

2.7. Gelet op de stellingen van [gedaagde 1] en ASR is de dagwaarde van de auto wel tenminste € 400,– geweest. Bij gebrek aan een onderbouwde vaststelling van een hogere waarde wordt de schade daarom vastgesteld op € 400,–. Naast deze dagwaarde is er geen reden om rekening te houden met de kosten van de aanschaf van een spiegel. De kosten voor de schadecalculatie worden wel toegewezen. Deze kosten worden weliswaar verrekend wanneer opdracht wordt gegeven voor reparatie bij het schadeherstelbedrijf, maar het is voldoende aannemelijk dat [eiseres] de schade niet kan laten herstellen gelet op haar inkomenspositie en op het feit dat de dagwaarde aanzienlijk lager is dan de reparatiekosten. In die omstandigheid vindt geen verrekening van dit bedrag plaats. Dat [eiseres] zich heeft gebaseerd op de schadecalculatie is redelijk nu, vóór de interventie van de gemachtigde van [eiseres], door de tussenpersoon geen expertise werd aangeboden, stellende dat [gedaagde 1] niet aansprakelijk was voor het ongeval.

2.8. De kantonrechter wijst derhalve aan schade toe een bedrag van € 510,– (€ 400,– + € 110,–).

2.9. Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden [gedaagde 1] en ASR belast met de kosten van het geding.

3 De beslissing
De kantonrechter:
verklaart voor recht dat [gedaagde 1] en ASR hoofdelijk, althans alleen, aansprakelijk zijn voor de aanrijding op 2 februari 2012 tussen [eiseres] en [gedaagde 1], verzekerde van ASR, op de kruising van de Wilgenplaslaan en de Donkersingel te Rotterdam;
veroordeelt [gedaagde 1] en ASR hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn gekweten, tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 510,– ten titel van schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 februari 2012 tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt [gedaagde 1] en ASR hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn gekweten, tot betaling aan [eiseres] van de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op:
€ 71,09, te weten 75% van de dagvaardingskosten,
voor welk bedrag [gedaagde 1] en ASR van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) een nota met betaalinstructies ontvangen, alsmede
€ 240,– aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres],
€ 23,70 aan resterende dagvaardingskosten en
€ 75,– voor het door [eiseres] verschuldigde en het door haar gemachtigde betaalde griffierecht, van welke bedragen het totaal rechtstreeks aan die gemachtigde dient te worden voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. L.J. van Die en uitgesproken ter openbare terechtzitting.


Heeft u vagen over dit bericht of behoefte aan direct advies, neem dan kosteloos contact op met Advocatenkantoor Hoveijn. Advocatenkantoor Hoveijn is onder andere gespecialiseerd in vastgoedrecht, aanbestedingsrecht, huurrecht en ondernemingsrecht.